Een uurtje vroeger uit de veren voor het jaarlijkse
clubritje naar de Veluwse ‘bergen’, en dat was deze
keer geen straf. De zon was ook al vroeg op en had
de thermometer al op zo’n 20 graden gezet, geen
gedub en getreuzel voor de kast over wat voor
kleding aan te doen. Het zag dan ook blauw voor de
ogen op het Willie van Essenplein in Emst, twee
uitzonderingen daargelaten. Zesentwintig leden
stonden te trappelen deze ochtend, alleen nog even
wachten op de penningmeester. Toen ook die was
gearriveerd stapten we op maar konden na een tiental
meters al weer afstappen. Pascal bleek een wel erg
zachte achterband te hebben, met hulp van de
voorzitter werd deze snel vervangen door een vers
exemplaar. De rest wachtte geduldig in het zonnetje
en keek toe hoe de eerste zweetdruppeltjes bij de
pechvogel zichtbaar werden.
Eenmaal op pad, wat best altijd een tijdje duurt, de
eersten zijn Emst al uit terwijl er nog mensen staan te
kletsen en op moeten stappen, blijken er weinig
liefhebbers voor het kopwerk. Nu had ik deze taak al
op mij genomen maar ben op een gegeven moment
de tel kwijt geraakt hoeveel mensen ik naast mij heb
zien fietsen. ‘Vaak buj te bange’ is zo’n bekende
uitspraak die ik wel eens bezig, en blijkt ook deze
ochtend weer op te spelen. Ook ik weet dat niet
iedere fietser ‘even getalenteerd’ is en blijf lekker
doortrappen in een constant tempo. Maar als ik na
35km de benen stil houd om wat plaatjes te schieten
en weer achter aansluit is er toch even onrust en
consternatie. Wie neemt er over terwijl we de ‘kop
van Deelen’ naderen, even een lastig dipje daar. Er
dreigt dan ook een breuk in de groep te ontstaan bij
het museum maar de fluit van de voorzitter brengt
uitkomst.
Nerveuze gezichten bij het naderen van Rosendaal,
en menigeen brengt nog even de energievoorraad op
peil om niet door de bekende ‘hongerklop’ overvallen
te worden. En als we dan na een afdaling langs het
kasteel suizen en aan de eerste klim van de Posbank
beginnen blijken we deze morgen niet de enige
fietsliefhebbers te zijn. Het wemelt er van de
wielrenners, in beide richtingen komen de snelle
karretjes langs en onze groep valt dan ook snel uit
elkaar. Ieder fietst in zijn eigen ritme omhoog en er
vormen zich zo verschillende groepjes. Na de
beklimming op de Bovenallee (50 hm.) volgen bij de
Emmapiramide de twee hairpins en duiken we met
een man of zes naar beneden. Op de Beekhuizenweg
zijn we nog even samen maar in de klim naar de
Zypenberg (60hm) verbrokkelt het groepje weer.
Samen met Wim Karman nemen we de afdaling naar
Rheden, Pascal Veldhuis volgt ons maar krijgt al snel
spijt als we onderaan omkeren en aan een klim van
ruim 85 hm. beginnen, wel een hele mooi klim. Als
Pascal ook boven is vervolgen we de rit en ziet het al
blauw op het terras van Paviljoen de Posbank. Met
Wim duik ik nogmaals naar beneden, Pascal haakt af,
voor nog een extra klimmetje. Nu je er toch bent
moet je het er ook van nemen is mijn doelstelling, en
het is zo mooi daar. De 45 hoogtemeters zijn er niet
veel maar het laatste stukje is best pittig, dus smaakt
de koffie met appelgebak extra lekker.
De obers verontschuldigen zich, het terras zit erg vol,
maar ieder krijgt keurig zijn bakkie, en i.v.m. de
drukte laten we het bij één. Om ze een beetje te
sparen.
Als we weer opstappen en de bidons gevuld zijn
blijken de tellers in de volle zon temperaturen van
bijna 50 graden aan te geven. Ik neem maar weer de
kop en bij het afslaan richting Lange Juffer
waarschuwen tegenliggers ons voor ‘buffels’ op de
weg, het blijken slechts grazende Schotse
Hooglanders te zijn. Na het op en neer gaan is de
Schaapsalle naar Laag Soeren een prachtige weg om
op hoog tempo af te dalen. Nu zat er echter een auto
voor ons die de boel een beetje ophield, Bert Keizer
zat tegen de achterklep lekker uit de wind maar de
bestuurder durfde blijkbaar niet harder.
Via Hall hebben we in Klarenbeek weer een lekke
band, op de vrolijke Tiroolse klanken uit de
naastgelegen feesttent word het bandje verwisselt.
Wel blijven we in de schaduw want het zweet komt
nu wel uit alle poriën. En hoe hij het doet weet ik niet
maar nog geen twee kilometer verder, bijna dezelfde
plek als in 2009, had Dik Brummel lekke band
nummer drie.
Gelukkig blijft verder leed bespaard en slaan we bij
Vaassen af en hebben we bij thuiskomst bijna 104 km
op de teller staan. Het was weer een mooie ochtend.
Sander