Weekend Limburg
22-23 en 24 april 2004
Het was weer vroeg vertrekken voor ons jaarlijkse weekend Limburg wat dit jaar i.v.m. het aankomende jubileum iets vroeger was gepland. De weersverwachtingen waren goed en de verwachtingen hoog gespannen, want wat staat ons dit jaar te wachten daar in het zuiden. Normaal is het toch altijd weer een lange reis naar het zuiden, maar door een omleiding duurde dit voor een enkeling met een oude mannenkwaal toch té lang. Vandaar dat er toch even een sanitaire stop gemaakt moest worden, de politie had een goede dag gehad als die op dat moment was langsgekomen met al die wildplassers langs de kant van de weg. Gingen we in voorgaande jaren met een groep uit Vaassen vroeg op pad om ook op de vrijdag al de nodige kilometers te kunnen maken. Dit jaar waren er meer leden die dit voorbeeld volgden, en zodoende stond er een grote groep klaar voor een eerste verkenning van dit mooie stukje Nederland.
De route ging zoals gewoonlijk eerst richting Vaals dus dat betekent eerst even wat rustig op en neer en genieten van de omgeving, maar na Slenaken moet je toch al snel op de pedalen. Na Epen begint het echte werk en bij Camerig heeft menigeen al geen oog meer voor de mooie vergezichten. Via het Vijlenerbosch en een stukje België en een mooie klim naar ons eerste hoogtepunt van dit weekend, het drielandenpunt. Hier heb ik een aantal foto´s gemaakt voor o,a, onze website van de mensen die hier na mij boven kwamen, helaas mis je zodoende wel altijd de snellere mannen. Dan blijkt ook dat er grote verschillen zijn, en dat waar het tempo daalt de leeftijd van de leden stijgt, een enkele uitzondering daargelaten, dit beeld kwam steeds weer terug. Maar als iedereen weer boven bijgekomen is wordt gezamenlijk de afdaling ingezet op weg naar een volgende klim. Op de terugweg naar het park hebben we nog even de Gulperberg vanaf Partij beklommen, deze bleek voor onze oude voorzitter nét iets te stijl. Toen Rein Witteveen terug fietste om hem te halen zag hij Willie trainend voor de wandelvierdaagse, maar toen hij mij boven met de camera zag staan stapte hij snel weer op zijn fiets om toch fietsend boven te komen.
Bij aankomst op het park waren de andere leden inmiddels ook aangekomen en konden we samen lekker op het terras van de koffie met een stuk echte Limburse vlaai genieten. Er was vlaai over maar niet voor lang, menigeen verwachte nog veel calorieën te zullen verbranden die dag. Het was lekker op het terras maar de fietsen werden ongeduldig en spontaan knalden er enkele banden, dus moest er eerst geplakt worden. Mooi is altijd te zien dat de eigenaar dan wel de fiets vasthoud, maar een iemand anders de band wisselt. Henry Jacobs had van dit voorjaarszonnetje wel erg snel mooie bruine armen en benen gekregen, maar zag nog wel erg wit om zijn neus. Dit bleek niet de angst voor de heuvels te zijn maar meer voor zijn vrouw, waneer die zou ontdekken dat er een duur potje uit haar voorraad miste.
Het tweede deel met de hele ploeg ging richting Valkenburg via de dode man, zeker na 5km. weet iedereen weer waarom die zo heet. Verder naar de Cauberg en de Bemelerberg genietend van de omgeving en gezellig keuvelend hebben we die dag al bijna 90 km. afgelegd.
De volgende ochtend was Jean Bertrand er weer met een mooie route, maar zoals altijd was de uitleg snel weer vergeten. Zelf weet ik ook niet meer waar we overal geweest zijn, Jean zelf denk ik ook niet want ik heb tot op heden nog geen routebeschrijving van hem mogen ontvangen. Gerrit Stokkers was ook weer afgereisd naar het zuiden en sloot aan om deze dag met ons mee te fietsen. Op weg richting België via Maastricht langs het Julianakanaal kwamen we enkele trainende profploegen tegen, en als fietsers water zien dan……juist, moeten ze weer.
In België is het altijd oppassen op de slechte wegen vol met gaten en rotzooi, en door allerlei achterbuurten en industrieterreinen kwamen we bij enkele hele zware klimmetjes. Vorig jaar waren we allemaal onder de indruk van die ene steile klim, dit jaar had Jean er zelfs vier voor ons opgezocht, heel mooi maar dat had voor velen echt niet gehoeven. Op de eerste van die klimmetjes kraakte het peloton letterlijk en figuurlijk in zijn voegen, enkelen hadden problemen de ketting op die zelden gebruikte tandwielen te krijgen. Anderen kraakten zelf omdat ze niet lichter konden schakelen, en zo wel moesten stoempen om boven te kunnen komen. Sommigen kregen dat zelfs niet voor elkaar, en werden zo met grote tegenzin een pedaalridder te voet.
Zelf dacht ik bijna boven gekomen een leuk plekje gevonden te hebben voor wat foto´s, draaide een rondje, keek om de hoek en zag tot mijn verbazing dat we pas halverwege waren, achter mij vloekte Benny Overbosch een keer toen die tot dezelfde ontdekking kwam. Boven werd er gewacht, gepuft en gestameld, wat een rotbult. Maar we moesten wel verder, op weg naar de volgende waar het ritueel zich herhaalde. Door technische problemen begon ik als laatste aan die klim en als je dan met je tripeltje langs al die zwoegende mensen fietst ben je blij dat je die toch weer gemonteerd hebt, fietst een stuk gemakkelijker omhoog zo´n (ouwe lullen) verzet volgens de “échte kenners”. Boven was het weer tellen of iedereen er was, Willie v Essen sr. deed hier niet aan mee want die was volledig uitgeteld en had zich te rusten gelegd in de berm. Gerrit Stokkers bleek niet aanwezig te zijn, en niemand wist zich meer te herinneren of hij bij de vorige ook wel boven was aangekomen. Na lang beraad werd besloten maar dezelfde weg terug te fietsen naar de eerste klim waar hij nog gezien was, maar geen Gerrit. Na veel discussie, navraag bij de rijkswacht en vergeefs bellen naar huis voor het juiste nummer van Gerrit werd besloten maar door te fietsen, in de hoop dat hij oud en wijs genoeg was om de weg terug te vinden. Later bleek dat hij kettingproblemen had en toen dit was opgelost wij in geen velden of wegen meer te bekennen waren, en hij zonder telefoon op zak maar terug was gefietst. Alle leden voelden zich toch niet erg prettig door het zoekraken van Gerrit en hadden iets van, laten wij ook maar terug gaan. Volgens Jean kon dit wel via een mooie route, dat betekende natuurlijk weer veel klimmen, maar na elke klim mag je ook weer afdalen. In een van die afdalingen werden we ingehaald door een auto die een hekel aan fietsers had, na eerst enkele anderen bijna van de weg te hebben gedrukt kreeg Roel Zandberg een zet en smakte deze met een flinke klap tegen het asfalt. Jaap Fleming zette nog de achtervolging in op de doorgereden auto maar verloren deze toch uit het oog. Roel was flink aangeslagen en zat onder de schaafwonden en had een pijnlijke heup, hij werd door bewoners op een stoel gezet om bij te komen van de schrik. De rijkswacht werd nog ingeschakeld waar kon ook niets anders doen dan een rapport op maken, een behulpzame Belg heeft hem samen met Aart Koetsier terug gebracht naar het park. In het ziekenhuis mocht hij na allerlei onderzoeken de nacht doorbrengen, de volgende dag werd hij nog stijf en wat onzeker over de gevolgen door Aart opgehaald voor de terugreis, hij wilde liever nog niet mee, maar alleen op de fiets naar huis was ook geen optie.
Na dit voorval was bij de meesten de zin in verder fietsen wel vergaan, op naar de koffiepauze en terug naar het park. Maar voor we bij de koffie waren duurde nog even, Jean wist nóg een leuk stukje, en nóg een. Uiteindelijk hebben we wel iets gevonden waar we weer op krachten konden komen en alle zorgen van die dag opzij konden zetten. Op de terugweg hebben we nog een leuke route gereden door België en Limburg, een dagafstand van 114km. was geen slechte score ondanks alle oponthoud. Maar goed dat we onderweg de kok even hadden ingelicht anders was ons eten ook nog koud geweest.
Die avond kwam Marc de Wilde ook nog om de laatste dag mee te kunnen fietsen, met de krat bier die hij had meegebracht maakte hij snel vrienden, de voorraden waren inmiddels aardig geslonken. En omdat de kroeg onderaan het park gesloten was zat zijn huisje snel vol en werd het toch nog gezellig.
De volgende morgen werden we gewekt door de zon en de vrolijke klanken van Tinus op zijn gitaar. Aan de ontbijttafel werd besloten een fruitmand voor de onfortuinlijke Roel te bestellen. Willie v Essen sr. gaf aan die dag niet meer mee te kunnen omdat zijn schoenen stuk waren, hoe dat kon wist hij ook niet maar er werd gefluisterd dat het door al dat wandelen kwam. Na het ontbijt was het snel omkleden om nog wat kilometers te maken onder een lekker voorjaarszonnetje, Wil Dieker had blijkbaar te veel haast of de verkeerde bril op. Hij kwam langs met badmuts en zwembril, toen zijn broer vertelde dat die helm niet was goedgekeurd werd maar snel weer de andere opgezocht. Deze dag gingen we voor een rondje door het schone Limburgse landschap in een rustig tempo reden we van dorp naar dorp en over hellingen die voor minder problemen zorgden. In Hulst wilden we stoppen voor de koffie, tijdens het parkeren van onze fietsen liepen enkele mensen door iets wat een tuin voor moest stellen. Een boze dame kwam naar buiten vertellen dat dat niet de bedoeling was, “sorry mevrouw” was onze reactie, de fietsen werden weer opgepakt en we gingen op zoek naar een volgend terras waar we wel welkom waren. Die was snel gevonden en hierna maakten we nog een mooie lus als afsluiting van dit weekend. De groep uit Vaassen heeft de eigenaardige gewoonte om vlak voor het park nog even een finale te rijden, gewoon voor de lol je even helemaal leeg rijden. Vanaf Slenaken rechtdoor over de Piemert een pittige klim waar Theo als eerste boven kwam, ikzelf als tweede, en stopte om te wachten op de rest. Wil kwam als derde en riep “doorgaan dat doet Theo ook” samen gingen we in de achtervolging richting Theo en Reijmerstok, wij weer achterna gezeten door een groep van een man of zes, kop over kop rijdend. Ondanks de wind tegen en de korte overnames van Wil (oudere mensen moet je ontzien) werd het stipje Theo steeds groter, en de vlek van zes kleiner en vlak voor het bordje Euverum hadden we Theo te pakken, met de tong op het stuur, maar we hadden hem wel.
Marc de Wilde had aan de 80km. van die dag nog niet genoeg en wilde nog wel een rondje maken, aangezien de meesten naar huis wilden moest zijn zwager Henry Jacobs nog maar mee voor een rondje dode man. Marc weet nu ook waarom die zo heet en zal niet snel meer onze goede raad voor een mooi rondje opvolgen.
Op het terras bij het park werd onder het genot van een koud biertje het weekend doorgenomen met Jean en bedankt voor de prachtige routes. In de hoop volgend jaar weer van zijn diensten gebruikte kunnen maken, maar dan mag het wel iets minder vond een enkeling. Speciale dank ook voor de organisator Igno Deiker, die dit jaar gelukkig wel mee kon naar dit geweldige weekend met een wat minder vrolijke zaterdag.
Sander Pannekoek